woensdag 8 augustus 2012

Huizenjacht

F. en ik zijn op zoek naar een huis. F., dat is 'het lief', maar hij heeft niet graag dat ik hem zo noem, want hij vind dat vies klinken, dus noem ik hem vanaf nu maar gewoon F.
F. en ik zijn dus onlangs begonnen met de zoektocht naar een eigen huis. Ik woon nog altijd erg graag in het appartement dat wij nu huren, maar elke maand dat niet geringe bedrag op de bankrekeningnummer van een vreemde storten, voelt elke keer wranger aan.

Dat we enkel een terras hebben en geen tuin, dat we geen goede plaats hebben om het afval te dumpen, dat we lieveheersbeestjes en mieren in de slaapkamer hebben en sinds gisteren ook minuscule witte beestjes in de keukenkasten, maakt ook wel dat we zo snel mogelijk iets voor onszelf willen vinden. Een plaats waar we wél een tuin hebben, wél een plaats om ons afval te dumpen en waar we onze eigen beestjes kunnen kweken.

We merken dat we bij de zoektocht naar een huis algauw in spreekwoorden vervallen, want we mogen geen kat in een zak kopen, niet te hard van stapel lopen en zeker niet over één nacht ijs gaan. Ons zuur verdiend geld mogen we niet zomaar over de balk gooien. We zullen ook een beetje door de zure appel heen moeten bijten, want de huizen die we tot nu toe gezien hebben voldeden niet. Maar we mogen ons hoofd niet laten hangen, want na regen komt zonneschijn.

Op zoek naar een huis dus. De spits is afgebeten.