donderdag 26 oktober 2017

Met het Bosboek naar het bos


Een tijdje geleden gingen we wandelen in het Heverleebos in Oud-Heverlee. Ik postte daarna een foto op Instagram van een kleine Emil en een imposante boomstam bezaaid met paddestoelen. "Elfenbankjes in het bos", schreef ik erbij, want het was zo'n feeëriek en magisch gebeuren hoe die boom daar stond te blinken in het zonlicht dat er wel elfjes mee gemoeid moesten zijn. Een tijdje later kreeg ik een vriendelijke opmerking van boswachter Marc dat het geen elfenbankjes waren, maar tonderzwammen. Elfenbankjes zijn namelijk veel kleiner. Oeps...


Rond dezelfde tijd kreeg ik lucht van het bestaan van het Bosboek, geschreven door Sarah Devos (wiens vorige blog 'Sarah zegt hallo' zowat de eerste blog was die ik ooit volgde en las, maar die daar enkele jaren geleden - tot mijn grote spijt toen - mee gestopt was). Sarah heeft nu een nieuwe blog: Zondagbosdag. En schreef dus een boek over het bos. Omdat ze een gemis voelde in het bestaande bosboekenaanbod. Lees: ofwel te specialistisch ofwel te saai. Dus schreef ze wat ze zelf wou lezen en maakte er ineens dan ook maar zelf de tekeningen bij.

De sympathie die ik al had voor Sarah, mijn eigen liefde voor het bos en de opmerking van boswachter Marc waaruit bleek dat ik er eigenlijk totaal niets van kende, dreven me allemaal in slechts één richting: ik moet dat boek hebben!


Dus kocht ik het boek, las wat over de vorm van boombladeren, leerde over de dieren die je wel eens in het bos zou kunnen tegenkomen, werd enthousiast van de pootafdrukken (waarvan ik leerde dat ze 'prenten' worden genoemd) waarmee je op sporenonderzoek kon gaan. Ik ontdekte dat je een koolmees kunt herkennen aan zijn zwarte 'das' op zijn buikje. Tot nu toe was elke boom in het bos gewoon een boom, elke vogel een vogel en elke pootafdruk zal wel van een hond zijn geweest. Maar niet langer meer. Gewapend met het Bosboek onderscheid ik nu het blad van de beukenboom van dat van een berk, ken ik het verschil tussen een Amerikaanse eik en een zomereik en weet ik dat het de esdoorn is die daar zo mooi staat te verkleuren.


Aan het vogelspotten ben ik nog niet geraakt. Ik vermoed dat ik daarvoor beter mijn luidruchtige kleuter die niet kan stilzitten thuislaat. Ik zal er dus eens op mijn eentje op moeten uittrekken, zoals Sarah voorstelt, om de vogels allemaal eens op mijn gemak te kunnen bekijken.

Wie graag door het bos wandelt en/of indruk wil maken op zijn kinderen (of wederhelft) door hen te overladen met leuke bosweetjes, zet dit boek best al op het kerstlijstje. Sarah geeft trouwens ook wat tips voor als diezelfde kinderen niet altijd meewillen in het bosverhaal (die van mij voorlopig gelukkig nog wel) en biedt wat inspiratie in haar bossendoortjes (de 'dauwtrip' komt alvast op mijn to-do-lijstje).

Meer weten over het Bosboek? Ga dan zeker hier ook lezen en doe ze daar de groetjes.

vrijdag 20 oktober 2017

Weglopers en beenplakkers

Wij hebben twee heel verschillende kindjes. Meestal gaat dat zo, dus ook bij ons.

Marie is een beenplakker en hangt bijgevolg dus vaak aan mijn been. Soms doet ze dat om bescherming te zoeken tegen haar broer wanneer die wild om haar heen zit te springen, maar meestal wil ze gewoon alleen maar dichtbij mij zijn. In haar 16 maanden oude leventje voert mama zonder twijfel de boventoon. Ik geniet daar wel van moet ik zeggen. Maar het is ook niet altijd handig als je terwijl het eten moet maken, de was wil plooien of wat wil opruimen. Want zo'n baby aan je been, dat stapt niet zo gemakkelijk. Als ik haar op de grond zet in een ruimte met andere mensen, heb ik steevast een baby aan mijn been, want een beetje verlegen en onzeker, dus is mama de houvast. Maar zelfs als ze wat gewend is en op verkenning gaat, gebeurt alles wat ze doet op een rustige manier.

Aan mijn been plakken, dat heeft Emil nooit echt gedaan. Emil is een wegloper. Als peuter al was hij een wervelwind van zodra hij op de grond werd gezet. Weglopen deed hij sowieso, je wist alleen nooit in welke richting. Dicht bij mama en papa blijven was niet zijn prioriteit. Ondertussen is hij groot genoeg om hem alleen naar de speeltuin te sturen als we eens op restaurant gaan en is dat weglopen al geminderd, al zit het er nog steeds in. Op een onbewaakt moment kan het gebeuren dat je hem opeens de andere kant ziet uitrennen en hij zonder omkijken in een massa verdwijnt. Hem meenemen naar een kleding- of schoenenwinkel ontaardt sowieso in een kleuterjacht en geruzie en dient absoluut zoveel mogelijk vermeden te worden.

Het is dus even wennen aan zijn kalme zus, die we kunnen laten rondwandelen wanneer wij rustig een terrasje doen, want ze gaat nooit ver weg. Wat een verademing om niet meer alleen aan een tafeltje te moeten zitten terwijl manlief de achtervolging inzet op onze zoon. En wie weet leren ze nog van elkaar dat een beetje avontuur best leuk is, als je dat in de buurt van mama en papa beleeft.


maandag 9 oktober 2017

Uitstapje: het Mastenbos in Kapellen

Wandelen in het bos is het hele jaar door een prima idee als activiteit, maar in de herfst heeft een boswandeling toch net dat tikkeltje meer. De herfst is mijn favoriete seizoen, dus ik leef dan helemaal op. Terug mijn laarsjes kunnen dragen, geen blote benen meer, de geur van de verwarming die terug opspringt, het verkleuren van de bomen, pompoenen en dekentjes in de zetel. Heerlijk! Ja, ik ben een herfstmeisje.

Afgelopen weekend hadden we met vrienden (ook al zo'n herfstmensen) afgesproken om te gaan wandelen in het Mastenbos in Kapellen. Onze kleine jongens moesten nodig gelucht worden.

Speciaal aan het Mastenbos is dat het bezaaid ligt met bunkers en loopgraven. Die dateren nog uit de Eerste Wereldoorlog, toen het Duitse leger hier een (nooit gebruikte) verdedigingslinie optrok tegen onze neutrale vrienden uit Nederland. In het Mastenbos zijn twee uitgestippelde wandelingen die je kan volgen (eentje van 3,3 km en eentje van 5,5 km). De liefhebber kan ook nog kiezen voor het Loopgravenpad, dat je langsheen alle bunkers leidt (met infoborden en al).

Wij kozen voor de korte wandeling van 3,3 km, want wij voorzagen al dat onze jongens sowieso het dubbele zouden afleggen door al eens vooruit te lopen en dan weer terug of door opeens het bos in de duiken tegen hoge snelheid.

Toen we aan de wandeling begonnen verzuchtten we tegen elkaar hoe fijn het wel niet was, zo in de herfst in het bos, en dat het zo leuk is om dan op paddestoelenjacht te gaan. Maar zo jammer dat je zo zelden die prachtige vliegenzwam tegenkwam. Ja, dat zie je echt niet zo vaak hoor.
Bleek dat het Mastenbos dus vol staat met vliegenzwammen. Telkens we er eentje zagen riepen we in koor "Daar is er nog eentje!" en ook "Niet aankomen jongens!", want "gevaarlijk" en "straks is die kabouter heel droevig als zijn huisje kapot is."

Onze jongens waren in ieder geval genoeg gekalmeerd en uitgerend om ze daarna nog mee op restaurant te nemen. Missie geslaagd.

maandag 2 oktober 2017

De e-reader, mijn nieuwe beste vriend

De e-reader heeft intussen al enkele jaren geleden zijn intrede gemaakt, maar ik was er nooit een voorstander van. Er gaat toch niets boven het gevoel van een écht boek, dat je kan aanraken, kan doorbladeren, kan ruiken. Elk boek ziet er anders uit, heeft andere afmetingen, voelt anders in je hand en dat allemaal draagt mee bij tot de leeservaring. Een e-reader? Nee, dat was niets voor mij.

Mijn werkgever, zijnde uitgerekend een uitgeverij van papieren boeken, gaf ons in december 2014 een Tolino cadeau (de e-reader van Standaard Boekhandel). Leuk cadeau dacht ik toen, maar de Tolino verdween bovenaan in de boekenkast. Want pff, ik zou toch geen verraad plegen aan het papieren boek zeker?!


Tot anderhalve maand geleden, toen mijn beste vriendin op bezoek was. Zij leest al wel geruime tijd op haar Tolino (ook een cadeautje van háár werkgever) en ze wist me te overtuigen om het toch eens te proberen. Ik maakte dus een profiel aan op de website van Standaard Boekhandel en kocht diezelfde avond nog mijn eerste e-book: 'Belgravia' van Julian Fellowes. Een week later had ik het boek (dat overigens niet bijster goed was) uit. Wow. Het was zeker al jaren geleden dat ik een boek van 400 blz. uitlas op een week tijd.

Sinds begin dit jaar ging een boek lezen met twee (jonge) kinderen in huis me al iets beter af en kon ik in het voorjaar eindelijk het boek uitlezen waar ik vorige zomer in was begonnen. Ik vond dat al een hele prestatie. Daarna volgden nog een boek of twee en was mijn leesdrang weer aangewakkerd. Maar door mijn Tolino, die vanaf die eerste dag nooit meer ver van mijn zijde is geweken, ben ik pas weer echt aan het lezen geslagen.

Mis ik het gevoel van een echt boek? Misschien een beetje, maar niet echt. Ik dacht zelfs dat van zodra de nieuwigheid eraf was ik vast wel weer zou overschakelen naar een papieren boek, maar voorlopig zit dat er nog niet meteen in. Mijn e-reader ligt te goed in mijn hand, de e-books zijn goedkoper, ik kan hem makkelijk overal mee naartoe nemen, ik kan in het donker of het schemer lezen als dat moet, waardoor ik al eens vaker mijn e-reader erbij neem als de tv door iemand anders wordt ingepalmd. Ik lees gewoon meer door de e-reader en dat alleen al maakt van hem mijn beste maatje.