maandag 28 november 2016

Twee jaar zonder vake

Het is twee jaar geleden. Net zoals vorig jaar, dacht ik gedurende de afgelopen maanden geregeld terug aan hoe mijn papa eraan toe was.

In juli mailde ik hem nog over auto's, want we hadden plannen om een nieuwe te kopen. Hij hielp mee auto's te zoeken op het internet en berekende voor me wat me dat zou kosten in aankoop en onderhoud.

In augustus kookte hij asperges met witte saus en kroketjes (zoals alleen hij dat kon maken) en nodigde ik mezelf uit op zondagmiddag om mee te komen eten. We maakten toen ook een afspraak voor een zondags ontbijt bij mij thuis. Een ontbijt dat enkele weekends werd uitgesteld, omwille van drukke agenda's. Een ontbijt dat er uiteindelijk nooit meer van is gekomen, maar dat ik nadien met erg veel spijt in het hart, wel vaak in gedachten heb beleefd.

Eind augustus liep het mis en ging het bergaf.

In september wou mijn mama niet dat ik hem zo zag en raadde me aan even weg te blijven. Maar er kwam geen beterschap en terwijl de blaadjes aan de bomen verkleurden reed ik een paar keer over en weer naar Leuven, naar een vader die ik nog nauwelijks herkende. Ik haakte een dekentje naast zijn bed, net zoals ik een paar jaar eerder deed in een ander ziekenhuis, toen hij chemo kreeg en ik hem gezelschap ging houden. Maar deze keer sprak hij niet. Of wat hij zei hield geen steek.

In oktober mocht hij na lange, zware weken terug naar huis. Ik zag hoe mijn mama voor hem moest zorgen en hoe zwaar haar dat viel, maar hoe ze toch bleef doorgaan. Ik voelde me vooral erg machteloos en kon alleen maar hopen dat het weer beter zou gaan, hoewel we wisten dat dat niet meer kon.

27 november. Een week palliatieve zorgen. Weten dat het zal komen, maar dat niet volledig beseffen. Hopen dat hij het zelf niet beseft, maar dat niet zeker weten. Praten over de dood was niet iets dat hij deed.

Die laatste maanden zie je alleen die versie van hem, die hij eigenlijk niet is. In de maanden daarop bekijk je oude foto's en besef je weer "ja, zo was hij". Foto's waarop hij kwiek met zijn oranje rugzak staat te poseren met zijn fototoestel rond de nek. Zo herinner ik me hem ook. Op zijn beste momenten. Al zullen die beelden van de laatste weken/maanden nooit meer echt verdwijnen uit mijn herinneringen.

Ik heb al twee jaar geen vader meer, en toch is hij nog altijd dicht bij mij. Elke dag denk ik aan hem, al was het maar gedurende een vluchtige seconde. Hij staat mij bij als ik moeilijke beslissingen moet maken en ik besef dan vaak dat het eigenlijk geen moeilijke beslissing is. Soms ben ik ook kwaad op hem en zeg ik hem dat ik hoop dat het het allemaal waard was. Dat elke sigaret het waard was om alles wat nu gebeurt te missen.

Twee jaar zonder vake, maar ik kom hem nog vaak tegen. Op foto's, in mijn gedachten en in de glimlach van mijn dochter. En daar zal hij, hoop ik, voor altijd zijn.



maandag 7 november 2016

Emil spreekt #2

Hij is er eigenlijk laat mee begonnen, met dat praten. Toen hij anderhalf was kwam er voor het eerst een voorzichtige 'bal' uit zijn mond, gevolgd door het immer populaire 'auto'. Daarna was het best enige tijd wachten op meer woorden en langere zinnen. Vanaf zijn tweede verjaardag kon hij zich voldoende uitdrukken om duidelijk te maken wat hij wou, maar sinds hij naar school gaat in september gaat zijn woordenschat er vlotjes op vooruit. Bij momenten hoor ik hem echt zijn best doen om zijn woorden te zoeken, ze in een zin te zetten en ze zo goed mogelijk uit te spreken. Soms gooit hij er ook met de pet naar en moeten we zelf maar uitzoeken wat hij bedoelt. Een kleine selectie van zijn kleuterpraat.
  • 'Ikke hele gjoot gewojjen hé?' Sinds hij naar school gaat is enige grootheidswaanzin hem niet vreemd.
  • 'Potje is vuil. Het is stinky. Jij moet nieuw kopen in de winkel'.
  • 'Niet menen Majie! Mama is hier. Papa is daar.' Hij aaide terwijl zachtjes over haar arm. Eén van zijn betere momenten.
  • 'Dikke pin in de kamer!' Jaja, kapitein Winokio is hier al goed ingeburgerd. Beeld je er ook een dansje bij in.
  • 'Mama, ik is wakker. Ik goed geslapen. Ik niet geweend. Jij is ook wakker?'
  • 'Ik roeten'. Hij roert graag in dingen.
  • 'Ik jarig?' Ik had broodpudding gemaakt voor het straatfeest.
  • 'Ik noeptje hebben mama? Appepief?' Als hij zo schattig om een snoepje vraagt, moet ik echt mijn best doen om voet bij stuk te houden.
  • 'Dat is niet jouw poes. Is onze poes.' Omdat iemand iets tegen onze kat zei.
  • 'Ik nog salabim'. Gniffel. Salami dus.
  • 'Ik niet lust dat niet'. Hij heeft genoeg gegeten.
  • 'Ik lust dat.' Hij wil nog.
  • 'Wat papa/jij/Majie doen?' maal 1000.
  • Tegen Marie: 'Jij lust dat niet hè!' terwijl hij etenswaren voor haar gezicht laat bengelen.
  • 'Is stoute meer? Is brave meer?' Het verschil tussen stout en braaf houdt hem erg bezig. Vooral bij mijnheren.

Dat leren praten vind ik echt geweldig om te zien horen. Ik probeer het zo vaak mogelijk op te schrijven, want anders is het weg!